De tien meest gestelde vragen over diabetes type 2

1. Wat is suikerziekte eigenlijk?

Suikerziekte is een stofwisselingsziekte. Bij mensen met deze ziekte wordt glucose onvoldoende opgenomen door de lichaamscellen en blijft het ongebruikt in het bloed.
Bij gezonde mensen zorgt insuline voor die opname. Het lichaam zorgt zelf voor een balans tussen insuline en glucose: hoe meer glucose we uit voeding binnenkrijgen, hoe meer insuline we aanmaken.
Bij suikerpatiënten is die balans verstoord. Dat komt omdat de alvleesklier geen insuline aanmaakt (type 1 diabetes) of omdat we in de loop der jaren ongevoelig (resistent) zijn geworden voor insuline (diabetes type 2). Ongeveer 90% van alle diabetespatiënten heeft diabetes type 2.
De ongevoeligheid voor insuline ontstaat door een slecht eetpatroon, roken, overgewicht en te weinig beweging. Een combinatie van die factoren versnelt het proces.

Negatieve spiraal door slecht eetpatroon

Door een slecht eetpatroon met veel geraffineerde koolhydraten (suiker en witmeel), wordt het niveau van bloedsuiker steeds in hoog tempo opgevoerd, en wordt ons lichaam als reactie daarop voortdurend aangezet om zo snel mogelijk een grote hoeveelheid insuline te produceren om de glucose te verwerken. Na een aantal jaren zorgt deze manier van leven ervoor dat we ongevoelig (resistent) raken voor insuline en uiteindelijk raakt de alvleesklier (die insuline aanmaakt) uitgeput. De bloedsuikerspiegel stijgt dan chronisch. En diabetes is een feit.

2. Hoeveel kans heb ik om diabetes te krijgen?

Op dit moment hebben al bijna een miljoen mensen in Nederland diabetes (waarvan 250.000 dat niet weten). Totaal is dat al 6% van de Nederlandse bevolking.
Gemiddeld komen er ieder jaar ruim 70.000 nieuwe suikerpatiënten bij.

Ruim 750.000 mensen behoren tot een risicogroep: zij lopen grote kans de komende jaren diabetes te krijgen als ze ongezond blijven eten.

Het aantal mensen met diabetes is de laatste jaren sterk gestegen. Het aantal suikerpatiënten is in drie jaar tijd met maar liefst 25% toegenomen. Er wordt zelfs een verdubbeling voorspeld in de komende decennia.

Als een van de onderstaande factoren op u van toepassing is, dan heeft u een verhoogd risico om diabetes te krijgen:

  • overgewicht
  • een te hoog cholesterolgehalte
  • een te hoge bloeddruk
  • weinig beweging
  • diabetes type 2 in de familie
  • eerdere zwangerschapsdiabetes
Mensen boven de 45 jaar met overgewicht lopen het meeste risico diabetes te krijgen. Dat zijn er in Nederland ongeveer 3,2 miljoen.

3. Hoe weet ik of ik diabetes heb?

Suikerziekte wordt ook wel een sluipmoordenaar genoemd. Je merkt er namelijk in het begin nauwelijks iets van. Het kan dan ook jaren duren voordat de diagnose wordt gesteld. Vaak wordt diabetes pas ontdekt als al van complicaties sprake is (zie vraag 9).

Wees bij de volgende symptomen alert op de mogelijkheid van diabetes:

  • veel dorst
  • veel plassen
  • jeuk
  • onscherp zien
  • vermoeidheid

Laat bij twijfel uw glucosewaarde eens testen bij uw huisarts. Met een vingerprik neemt hij of zij een druppel bloed af en kan worden vastgesteld hoeveel glucose er in uw bloed zit. Bij mensen die geen diabetes hebben schommelt het bloedglucoseniveau tussen de 4 en 8 millimol per liter (mmol/l). Het beste is ’s ochtends te gaan en ervoor te zorgen dat u nuchter bent, dus niets hebt gegeten vanaf de avond ervoor. Een nuchter bloedglucosegehalte mag niet boven de 6 mmol/l komen.
Hoe vroeger u erbij bent, hoe groter de kans dat u nog kunt voorkomen dat u diabetes krijgt.

4. Waarom heet ’t ouderdomssuiker?

Diabetes type 2 trad vroeger vrijwel uitsluitend op bij mensen boven de 45 jaar en werd daarom ook wel aangeduid als ouderdomssuiker. Type 1 diabetes manifesteert zich vrijwel altijd op jonge leeftijd, waardoor dit type ook wel jeugdsuiker wordt genoemd.
De naam ouderdomssuiker dekt allang de lading niet meer. Door het verslechterde eetpatroon en te weinig beweging, treedt dit type diabetes op steeds jongere leeftijd en zelfs al bij kinderen op.

5. Hoe kan ik diabetes voorkomen?

Diabetes is vooral te voorkomen door gezond te eten, niet te roken, veel te bewegen en overgewicht tegen te gaan.
Dit alles zorgt voor een verbeterde gevoeligheid voor insuline, waardoor glucose weer beter kan worden opgenomen.

Ook mensen die al in het voorstadium van diabetes verkeren (insulineresistentie), kunnen met deze leefstijlveranderingen de ziekte uitstellen of zelfs nog voorkomen.

6. Is suiker echt zo slecht?

Suiker is een koolhydraat, net als zetmeel. Koolhydraten zitten bijvoorbeeld in brood, aardappelen, deegwaren, rijst, suiker, fruit en melk. Na het eten van koolhydraten stijgt het bloedglucoseniveau en is er insuline nodig om te zorgen dat dit niet te hoog wordt.

Bepalend voor die stijging is welke soort koolhydraten je eet. Sommige koolhydraten zorgen voor een hele sterke stijging van glucose in het bloed. We noemen dat koolhydraten met een hoge glycemische index. Suiker heeft, net als zetmeel, een hoge glycemische index. Dit worden ook wel snelle of geraffineerde koolhydraten genoemd.

Producten met een hoge glycemische index bevatten bovendien nauwelijks voedingsstoffen en zetten bij veel mensen een mechanisme in werking, waardoor opgenomen calorieën worden omgezet in lichaamsvet.

Volkoren producten, groente en fruit hebben over het algemeen een lage glycemische index.

Gemiddeld duurt het twintig jaar, en dan resulteert een voedingspatroon met veel suiker of andere snelle koolhydraten, tot de ontwikkeling van diabetes.

7. Waarom krijgen zware mensen zo vaak diabetes?

Wie overgewicht heeft, heeft opgehoopt vet in de cellen en de organen. Het vet zit de werking van insuline in de weg, ons lichaam wordt er steeds ongevoeliger voor. We hebben daardoor steeds meer insuline nodig om glucose te kunnen verwerken. Uiteindelijk raakt de alvleesklier, die insuline aanmaakt, uitgeput en laat het afweten. Glucose kan niet meer de lichaamscellen in. Glucose blijft ongebruikt in het bloed: de suikerspiegel stijgt. Bij een chronisch te hoog glucoseniveau , spreken we van diabetes.

Al met een paar kilo minder overgewicht neemt de gevoeligheid voor insuline weer toe en stijgt het vermogen van het lichaam om insuline effectiever te gebruiken. Door af te vallen is het mogelijk de ontwikkeling richting diabetes nog af te buigen. Ofwel: de kans om daadwerkelijk diabetes te krijgen daalt met iedere kilo minder gewicht.
En wie al diabetes heeft, kan door af te vallen ervoor zorgen geen of minder medicijnen nodig te hebben.

Overgewicht is de belangrijkste oorzaak van diabetes. Er is een duidelijk verband:

  • 8 op de 10 mensen met diabetes heeft overgewicht
  • Minstens 1 op de 2 mensen met overgewicht krijgt diabetes
  • Bijna alle mensen met overgewicht lijden aan insulineongevoeligheid, het voorstadium van diabetes.

8. Waarom helpt bewegen tegen diabetes?

Bewegen is een hele goede preventieve behandeling tegen diabetes! Dat komt omdat bewegen:

  • (de kans op) overgewicht vermindert
    Het lichaam neigt ernaar om vet in voedsel op te slaan. Beweging helpt het lichaam om vette calorieën efficiënter te gebruiken. Daardoor vallen we makkelijker af. En hoe minder overgewicht, hoe minder kans op (complicaties van) diabetes.
  • de opname van glucose verhoogt
    regelmatige beweging zorgt ervoor dat onze spieren meer glucose opnemen, zodat we door te bewegen ons bloedglucoseniveau verlagen.
  • de insulinegevoeligheid verbetert
    Door te bewegen worden onze lichaamscellen gevoeliger voor insuline waardoor de werking van insuline verbetert.


9. Heeft extra chroom gebruiken zin?

Chroom is een mineraal dat een belangrijke rol speelt bij de suikerstofwisseling. Van chroom is bekend dat het de insuline-afgifte verbetert, de gevoeligheid voor insuline vergroot, de glucosetolerantie vergroot en een goede vetverbranding stimuleert.

Onze voeding bevat helaas vaak nog maar weinig vitamines en mineralen, vooral door bemesting en moderne productieprocessen. Veel mensen hebben daardoor een tekort aan chroom. Een tekort aan chroom draagt bij aan de ontwikkeling van diabetes.
 
Mensen met een verhoogd risico (zoals door erfelijkheid, hoge bloeddruk, cholesterol en overgewicht) kunnen daarom zéker overwegen extra chroom te gaan gebruiken. Het kan bijdragen aan het voorkómen van diabetes.

Mensen met diabetes kunnen ook baat hebben bij extra chroom. Chroom is goedkoper en effectiever dan de meeste reguliere middelen die bij diabetes worden gebruikt om het bloedsuikerniveau te stabiliseren, en met minder bijwerkingen.

Stichting Preventie Diabetes vindt het belang van chroom zo overtuigend dat het vergoed zou moeten worden voor diabetespatiënten én mensen met een verhoogd risico. 

10.  Diabetes is toch helemaal niet zo erg?

Veel mensen denken dat suikerziekte een onschuldige ziekte is. Helaas is dat zeker niet zo! Diabetes kan snel fataal zijn als de glucoseconcentratie te hoog wordt. Maar als dit goed onder controle wordt gehouden, is diabetes zelf meestal niet een doodsoorzaak. Mensen met diabetes hebben echter een verhoogd risico op andere ziektes (diabetescomplicaties), die wel tot een vroege dood kunnen leiden.

Veel voorkomende complicaties van diabetes zijn:

  • hartinfarct of beroerte (4 x hoger risico voor diabetespatiënten).
  • hoge bloeddruk (75% van de diabetespatiënten).
  • nierziekte (diabetes is de voornaamste oorzaak van ernstige nierziektes).
  • blindheid (diabetes is de belangrijkste oorzaak van de achteruitgang van het gezichtsvermogen).
  • aandoeningen van het zenuwstelsel (vrijwel alle diabetici hebben milde of ernstige vormen van problemen aan de zenuwen. In ernstige gevallen kan dit leiden tot voet- of beenamputaties).

En om de ernst van diabetes nog maar eens aan te geven: de levensverwachting van diabetespatiënten neemt de laatste twintig jaar toe, maar is toch nog altijd acht tot tien jaar korter dan normaal.

Verlaag uw risico vandaag nog!

Wie tot de risicogroep behoort (boven de 45 jaar met overgewicht en/of hoge bloeddruk en cholesterol) kan met een gezonde eet- en leefstijl de kans op daadwerkelijke diabetes nog verlagen met 60%.